Het belang van een visie op cultuureducatie
Een school heeft een visie op cultuureducatie nodig, dat moet niet worden onderschat, stelt Sanne Kokkeler. Ze is adviseur bij 1801 jeugd & onderwijsadvies en verzorgt voor Cultuur Oost trainingen over het formuleren van een visie. “Bij een school zonder visie op cultuureducatie blijft kunst en cultuur een ondergeschoven kindje.”Hoe zit het ook alweer met de begrippen ‘missie’ en ‘visie’? Sanne Kokkeler legt het uit.
“Bij de missie van een organisatie gaat het om de ‘why’, het beschrijft wat de bedoeling is van de school en geeft dus antwoord op de vraag ‘Waarom bestaan we?’ Dat blijft altijd hetzelfde. De visie draait om de ‘how’, om wat je belangrijk vindt om de missie te bereiken. De visie moet steeds geëvalueerd worden. Het is ook sterk afhankelijk van externe zaken. Als er bijvoorbeeld sprake is van een nieuwe pandemie, kan een visie van een school veranderen. Ook als er ergens in de wereld een oorlog uitbreekt en een school veel gevluchte kinderen binnenkrijgt, zal de visie mogelijk op de schop gaan.”
Zonder visie is het los zand
Een visie is voor een school van essentieel belang, vindt Sanne. “Zonder visie doet iedere leerkracht wat hij of zij denkt dat goed is, maar dan sluit niets op elkaar aan. Er is geen doorgaande lijn, geen overlap, geen samenhang.” Met een visie werkt iedereen naar hetzelfde doel toe. “Door middel van reflectie kun je toetsen of je met de visie op de goede weg zit. Je kunt dan eventueel bijsturen door je strategie aan te passen.” Zonder visie is het los zand. “Ik merk dat als het gaat om cultuureducatie. Bij een school die daar geen visie op heeft, blijft kunst en cultuur een ondergeschoven kindje. Het verdwijnt naar de achtergrond. Dan plukt een leerkracht een keer iets van Pinterest en dat is het dan. Het botst in zulke gevallen ook sneller met het overige onderwijs dat wordt gegeven.”
Aparte visie als onderdeel van gehele visie
Sanne is van mening dat een visie op cultuureducatie gekoppeld moet worden aan een algemene visie. “Ze dragen beide bij aan de missie van een school. Stel dat een school als missie heeft om kinderen in de volle breedte te ontwikkelen om deel te kunnen nemen aan de maatschappij, dan kan cultuureducatie daar een goede rol in spelen.”
Het mooiste zou zijn als het één geheel is, vindt Sanne. In dat geval is de visie op het gehele onderwijs ook meteen de visie op cultuureducatie. “Maar dat is niet zo vanzelfsprekend op veel scholen, merk ik. Daarom is het juist van belang om een aparte visie voor cultuureducatie te schrijven, om het als onderdeel een plek te geven, zodat het aandacht krijgt.”
"Stel dat een school als missie heeft om kinderen in de volle breedte te ontwikkelen om deel te kunnen nemen aan de maatschappij, dan kan cultuureducatie daar een goede rol in spelen."
Spreek dezelfde taal
Een visie bestaat uit een zeer bondige tekst. “Een missie bestaat meestal uit een of twee zinnen. Een visie uit drie kernwaarden, want het oog kan niet meer dan drie punten aan. Meer kun je niet onthouden als je er een blik op werpt en je wilt dat het bijblijft. In totaal is een visie niet langer dan een halve pagina.” Toch is dit niet zomaar even op papier gezet. “Het is belangrijk dat je als team dezelfde taal spreekt, dus je moet elkaar heel kritisch bevragen op de invulling van de taal. Als je het bijvoorbeeld over het begrip ‘cultuureducatie’ hebt, gaat het dan over knutselen of over muziek, tekenen, toneel et cetera? Je moet scherp krijgen wat containerbegrippen precies voor een school inhouden. Een ander voorbeeld: veel scholen zeggen dat ze alle talenten van een kind willen laten floreren. Maar waar denken ze aan bij het woord ‘talenten’? Vaak zijn dat kunstvakken, maar het kan ook een vaardigheid als schrijven of plannen zijn.”
Zoveel mogelijk mensen
Sanne adviseert om met zoveel mogelijk mensen een visie te formuleren. “Iedereen die een belang heeft bij de uitvoering zou mee moeten praten, dat is het ideale plaatje. Dus zoveel mogelijk leerkrachten, maar ook kunstenaars die in de klas komen en misschien zelfs de kinderen.” ICC’ers zijn gelijkwaardig aan de andere deelnemers, maar kunnen een aanjagende rol hebben bij het formuleren. “Ze zijn vaak meer onderlegd in cultuureducatie en kunnen daardoor de andere deelnemers inspireren en hun kennis inbrengen. Ze hebben een grotere rol bij wat er volgt: het uitrollen van de strategie en het borgen.” Ook cultuurpunten kunnen als inspiratie- en kennisbron iets betekenen, maar in de eerste plaats zijn zij de begeleiders van het proces. “Hun eigen visie is van ondergeschikt belang en daar moeten ze stil bij staan. Het gaat om de visie van de school. Vaak zijn ze gepassioneerd, maar als een school er anders over denkt, dan doe je een stap terug. Je let er vooral op of de juiste stappen worden genomen en de goede vragen worden gesteld.”
Strategie en borgen
Een visie zou in een dag op papier gezet kunnen worden, al is het verstandig om het de tijd te geven zodat je het kunt laten bezinken. Dan kun je nog eens kijken of er echt staat wat je wilt. “De meeste moeite gaat zitten in de vervolgstap: het uitrollen van de strategie, de inrichting, de verrichting. Het duurt gemiddeld drie jaar voordat dit er helemaal in zit.” Tot slot is het borgen van de strategie van groot belang. “Je moet een cultuur creëren binnen de school waarin je blijft reflecteren op wat je doet en dit steeds terugkoppelen naar de visie.”