MENU
Menu
Sluiten

Vossenstraat 6 6811 JL Arnhem

[email protected]

026 3519029

De geleerde lessen van zeven Gelderse pilots voor binnen- en buitenschoolse cultuureducatie

In zeven Gelderse pilots werd de afgelopen CMK-periode ervaring opgedaan met het verbinden van binnen- en buitenschoolse cultuureducatie. Dit alles met als voornaamste doel om zoveel mogelijk kinderen de kans te bieden deel te nemen aan cultuuractiviteiten buiten schooltijd. Op 27 mei blikten betrokkenen tijdens een slotbijeenkomst in de Arnhemse Makercosmos terug op de pilots en welke lessen er zijn geleerd. Het is de opmaat voor de CMK-periode 2025-2028 waarin nieuwe binnen- en buitenschoolse cultuureducatieprojecten van start zullen gaan.

Context  

‘Het was een beetje experimenteel’, zegt Titia Lefers aan het begin van de bijeenkomst over de pilotprojecten. Ze deed de afgelopen maanden onderzoek naar de pilots. ‘Het idee was: je mag op je gezicht gaan, als je er maar lessen uit kunt trekken. Er is geen goed of fout.’ 

Titia schetst de context aan de hand van literatuur: 

  • In 2016 werd de handreiking Basis voor Cultuureducatie gepubliceerd. ‘De hele infrastructuur moest versterkt worden, vooral lokaal. Er was geen goede aansluiting tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie.’  
  • In 2020 volgde de regeling Samen Cultuurmaken , met als doel om cultuur toegankelijker te maken voor iedereen.  
  • In de CMK-periode 2021-2024 was voor het eerst aandacht voor de aansluiting tussen binnen- en buitenschools, zoals in de pilots. ‘Dit moest zorgen voor meer kansengelijkheid.’   
  • In 2024 verscheen de handreiking Nieuwe Fundamenten voor Cultuureducatie. ‘Hierin wordt een pas op de plaats gemaakt. Veel was niet realiseerbaar. Door de kaalslag in de cultuursector zijn veel buitenschoolse activiteiten verdwenen.’  
  • In de nieuwe CMK-periode 2025-2028 , met de regeling School en Omgeving , ligt daarom nog meer nadruk op de buitenschoolse activiteiten.   

Samenwerking

Hoe kom je tot een goede samenwerking? Volgens Titia gaat het om: 

  • Duidelijkheid rondom het project, zoals over de taken en wie verantwoordelijk is.   
  • Inhoudelijke afstemming over doelen en ambities. Titia: ‘Je hebt gedeelde belangen nodig. Wat wil de school met de leerling? Past dat bij de buitenschoolse activiteit?’ 
  • Communicatie. Heldere afspraken zijn nodig over de praktische kant: wie doet wat en hoe organiseer je het in de school.  
  • Wederkerigheid. ‘Dat vergeten we weleens’, zegt Titia, ‘partners willen weten: wat schiet ík ermee op.’ 

In de pilot van Maurik werden kunstenaars gevraagd om mee te denken met de doelstellingen van school, omdat er weinig aanbod is in het dorp maar er wel kunstenaars woonachtig zijn. Titia: ‘Dat leverde wat op, maar soms was ook sprake van lage wederkerigheid: alleen uitvoeren, factuur sturen en klaar.’ 

In Barneveld werd vanwege moeizame samenwerking het roer omgegooid. ‘In eerste instantie waren we gestart in een wijk met sociale uitdagingen’, vertelt cultuurcoach Astrid Krause van Connect. ‘We hebben in acht talen een tekst vertaald en ingesproken, maar de doelgroep werd niet bereikt. De school werkte niet mee.’ Ze zijn toen een samenwerking gestart met een andere school die toch al meer met sport en cultuur wilde gaan doen. Astrid: ‘Daar kwamen ook veel vragen uit. Zoals wat je een kunstaanbieder aanbiedt, want enkel een uurtje kunst geven spreekt ze weinig aan. En wie gaat er werven? Moet de aanbieder dat doen, of blijft dat ons werk?’  

Aansluitend aan deze ervaringen herinnert Titia de deelnemers nog aan een boekje Critical Friends, dat weer in het vergeethoekje is geraakt. ‘Interessant is om van deze methode de bouwstenen door te nemen. Het geeft houvast.’ 

Organisatie 

Het organiseren van een samenwerking is in de praktijk vaak weerbarstig, stelt Titia. In haar onderzoek naar de pilots kwam ze een aantal stoorzenders tegen, zoals te hoge ambities, te weinig richting, gebrekkige communicatie en te weinig zicht op de belangen van de verschillende partijen. Titia: ‘Jouw belang hoeft niet per se het belang te zijn van de partner.’  

Astrid heeft daar ervaring mee. ‘In Barneveld wilden we kinderen via buitenschoolse activiteiten in aanraking laten komen met de muziekschool, als introductie. Maar de muziekschool zag dat anders. Bij ons zijn het groepsactiviteiten, bij hen individuele lessen. Een individuele les is duur, waardoor de muziekschool eigenlijk voor een andere doelgroep bedoeld is.’  

Bij De Bonte Boomhut in Wijchen kwamen ze veel beperkte regels tegen, laat schoolleider Eva Janssen weten. Voor de GGD moet opvang en onderwijs bijvoorbeeld strikt gescheiden zijn, kinderen moeten weten wanneer iets hoort bij opvang en wanneer bij onderwijs. ‘Iedereen is enthousiast over innovatie’, zegt Eva, ‘maar ondertussen worden we vanuit wet- en regelgeving tegengewerkt.’   

Cultuurcoördinator Annemieke van der Kaa vertelt over de pilot in Elst. Het plan was een verlengde schooldag met een sportblok, een cultuurblok en een natuurblok. ‘We hebben de betrokkenen een volwaardige rol gegeven’, zegt Annemieke. ‘Docenten kregen goede aandacht en kinderen konden zich uitspreken over de activiteiten.’ Ook waren er uitdagingen. Het rouleren van leerkrachten was soms moeilijk. Ook was het zoeken naar de toon tegenover de kinderen. ‘Hoe streng moet je zijn, want het is hun vrije tijd.’  

Titia toont nog een schema met een optelsom van vier bouwstenen, gebaseerd op het verandermodel van Knoster: visie, gemeenschappelijk belang, plan en middelen. Als een van de bouwstenen ontbreekt, wordt het lastig en ontstaat er al snel verwarring, weerstand, chaos of frustratie. 

Bestendiging

Om een geslaagd project door te ontwikkelen en een vast onderdeel te laten worden van een jaarprogramma kan het Jeugdfonds Sport en Cultuur Gelderland helpen. Miranda Wissink, werkzaam voor het fonds, legt uit dat het bedoeld is voor kinderen die financieel minder te besteden hebben. ‘In elke klas zitten een paar kinderen uit gezinnen met geldzorgen.’ Het Jeugdfonds biedt de mogelijkheid om mee te doen aan sport of cultuur, waarbij gewerkt wordt met ‘meerkrachten’. Dit zijn contactpersonen van een basisschool of een zorginstelling. ‘Dus niet van de cultuuraanbieder’, legt Miranda uit, ‘want dan wordt het “wij van wc-eend adviseren wc-eend”.’ Het geld gaat rechtstreeks naar de aanbieder, niet via de ouders.

Uit cijfers blijkt dat de meeste kinderen die gebruikmaken van het fonds voor sport kiezen, cultuur loopt ver achter. Een van de deelnemers van de bijeenkomst vertelt in reactie hierop dat bij culturele activiteiten vaak geen jaarcontributie bestaat, waar het fonds wel op is ingericht. Meestal gaat het om lesgeld voor bijvoorbeeld een cursus van tien weken. ‘We zijn juist van de jaarcursussen afgestapt, omdat de drempel te hoog was.’ Miranda gaat kijken of de insteek bij het Jeugdfonds anders kan.

Ook komt in de reacties naar voren dat mensen vaak niet weten wat cultuur is. Pas als je het hebt over muziek en dans begrijpen ze het. Miranda: ‘Het onbekende is lastig. Als leerlingen onder schooltijd een introductie krijgen, is dat meegenomen.’

Landelijk voorbeeld

Ook valt er veel te leren van landelijke initiatieven. Daarom vertellen Fiona van Estrik en Koen Egberts van Meer Muziek in de Klas over Flagshipscholen, een campagne waarbij in elke provincie een school wordt aangewezen die extra kunst- en cultuuronderwijs krijgen aangeboden om kansengelijkheid te vergroten. Zij dienen als voorbeeld voor andere scholen.

VMBO ’t Venster in Arnhem is zo’n flagshipschool. Drie medewerkers delen hun ervaringen. Soufian Arjoch vertelt dat er elke dag na schooltijd aanbod is op school, zoals koken, sport en culturele activiteiten. Ook zijn er speciale lokalen ingericht voor bijvoorbeeld beeld en mode. ‘Dit alles is voortgekomen uit de coronatijd’, zegt Soufian. ‘Toen zagen we kinderen weinig bewegen. Via de NPO-gelden zijn we met sporten begonnen en dat legde een basis. Daarna zijn we het met subsidie gaan uitbreiden naar koken en cultuur.’

Karima Khalifa vertelt dat de schooldirecteur zocht naar docenten die enthousiast werden van dit project. ‘Het is gegroeid binnen en ook buiten de school met samenwerkende partners. Soms vliegen we vakdocenten in, soms zetten we onze eigen leerkrachten in.’

Voor de leerkrachten is het geen vrijwilligerswerk, legt Sam Lelieveld uit. ‘Het staat in je contract, het valt binnen je taken.’

Nieuwe randvoorwaarden

Aan de hand van haar onderzoek heeft Titia randvoorwaarden opgesteld voor nieuwe projecten die opgestart zullen worden:

  • Begin bescheiden
  • Neem de tijd om goed vooronderzoek te doen
  • Bouw voort op wat er al is
  • Probeer leerkrachten mee te krijgen
  • Maak het jezelf niet te moeilijk
  • Denk na wie je precies wilt bereiken en waarom. Titia: ‘En hoe voorkom je een stigma bij de kinderen die extra aandacht krijgen?’
  • Wees bewust van je eigen aannames. Titia: ‘En hoe voorkom je een stigma bij de kinderen die extra aandacht krijgen?’
  • Leer van elkaar

Interactief

De bijeenkomst eindigt interactief. Deelnemers nemen in groepjes stellingen door die aanhaken op de bijeenkomst. Op grote vellen papier kunnen zij reageren. Een van de stellingen luidt: hoe kun je toewerken naar bestendiging van buitenschoolse projecten als er geen middelen meer zijn? De deelnemers hebben eronder geschreven: ‘Wat zijn trends/speerpunten in de maatschappij. Je kunt je doelen daarheen buigen.’

Een andere stelling: hoe om te gaan met uiteenlopende verwachtingen en belangen van verschillende stakeholders? Een van de reacties: ‘Werken met rolmodellen raakt een andere snaar en kan leiden tot een gedeelde motivatie.’

Nog een andere stelling: uitbreiding van buitenschoolse cultuureducatie naar meerdere scholen maakt een project onbeheersbaar. ‘Laat dat borgen nou eens los’, heeft een deelnemer geschreven, ‘maar focus op inhoud en verhaal, enthousiasme volgt dan vanzelf. Je moet als culturele organisatie wel van tevoren aansluiten.’

De 7 pilots

Een overzicht van de verschillende pilots vind je hier.

1. De Boogerd, Maurik 

De Boogerd in Maurik is een basisschool met een lage SES-score, ouders zijn vaak niet in staat om hun kinderen kennis te laten maken met kunst- en cultuur.  Deze pilot heeft tot doel op een laagdrempelige wijze culturele activiteiten in verschillende disciplines aan te bieden in de nabije leefomgeving van de school. 

Dit is gedaan door: 

  • Opbouw van lokaal netwerk met cultureel aanbieder 
  • Behoeftepeiling bij leerlingen 
  • Uitproberen van verschillende workshops waarbij de beste formule voor aanbod en organisatie wordt onderzocht 
  • Verkennende gesprekken met gemeente Buren voor duurzame financiering en samenwerking met andere scholen 

 

2. De bonte boomhut, Wijchen 

De bonte boomhut is een leer- en ontwikkelcentrum waar het werken in een innovatieve en uitdagende leeromgeving centraal staat. De pilot heeft als doel om wereldoriëntatie, kunstzinnige vorming en expressie zowel binnen onderwijs als opvang via een procesgerichte didactiek aan te bieden en zo de creativiteit van de kinderen te stimuleren en aan te sluiten bij hun leerbehoefte. 

Dit is gedaan door: 

  • Alle medewerkers te scholen in de procesgerichte didactiek 
  • Het aanbod wereldoriëntatie, kunstzinnige vorming en expressie geïntegreerd aan te bieden zowel binnen onderwijs als in opvangtijd 
  • De medewerkers te begeleiden in het goed gebruik van bronnenmateriaal en vakmatige inzet hiervan 

3. De kleine Zwaluw, Opijnen 

De kleine zwaluw is een voorziening voor thuiszitters van 12 tot 18 jaar. Deze jongeren krijgen een fijne plek waar ze zich weer kunnen gaan ontwikkelen op sociaal-emotioneel en didactisch gebied. Het aanbod wordt op maat afgestemd. De pilot heeft tot doel aansluitend bij de belevingswereld van de deelnemers, om met behulp van lokale makers kennis en ervaring op te bouwen op het gebied van grafische vormgeving. Zowel bij de deelnemers als de begeleiders. 

Dit is gedaan door:  

  • Samen te werken met lokale culturele partners 
  • Lesmateriaal te ontwikkelen op het gebied van oude ambachten en nieuwe technieken 
  • Kansen te creëren voor deelnemers die de ambitie hebben om zich in het grafische vak te ontwikkelen om een portfolio te maken

4. Art for success, Amphion Doetinchem en VSO de Isselborgh en Graafschapcollege 

De pilot ‘Art for success’ draait om 10 projectweken waarbij leerlingen van groep 7 van de Isselborgh zelf kunst maken, ervaren en waar daarnaast zelfreflectie centraal staat.  

Dat is gedaan door: 

  • Creativiteit, plezier en verbeeldingskracht van de leerlingen aan te wakkeren en dit te koppelen aan hun persoonlijke doelen, Dit werd gedaan door inzet van een aantal kunstvakdocenten die gedurende de projectperiode met de leerlingen aan de slag gingen 
  • Verschillende gezamenlijke Inspiratiemomenten en een presentatiemoment in schouwburg aan ouders, familie en andere geïnteresseerden 
  • Samenwerking met studenten van het graafschap aan te gaan, deze studenten ondersteunen de kunstvakdocenten en begeleiden elk 2 leerlingen 

5. Verlengde schooldag, Elst Forte Welzijn, SO de Lichtenbeek en BS de Esdoorn 

Beide scholen hadden de wens om een of meerdere schooldagen te verlengen om zo kwetsbare leerlingen een veilige plek te bieden en ze de kans te geven zichzelf in een andere setting te ontwikkelen door talentontwikkeling te stimuleren.  

Dit is gedaan door:  

  • Er was in deze pilot plek voor 20 leerlingen, deze zijn zorgvuldig uitgekozen 
  • Het leren uitdrukken d.m.v. verschillende kunstdisciplines in een plezierige veilige setting 
  • Door de leerlingen de kans te bieden met het aanbod hun verschillende talenten te ontdekken en welbevinden te ontwikkelen 
  • Door extra aandacht te bieden was er ruimte voor het vergroten van algemene vaardigheden en was er plezier en verbinding 

6. Sport- en cultuuravontuur, Barneveld Cultuurconnect i.s.m. de Lijsterhof en SO de Vogelhorst 

De pilot is gestart vanuit de insteek: als kinderen dichtbij huis kennis kunnen maken met divers cultuur- en sportaanbod en daar enthousiasme voor opbouwen, wordt de stap verkleind naar een meer duurzame aansluiting bij een vereniging of club. Doel was ook om het huidige aanbod van sport- en cultuurparticipatie in de buurt te verrijken. De pilot richt zich op het dichten van het gat tussen binnen- en buitenschools aanbod en het regionale aanbod. 

Dit is gedaan door: 

  • Een laagdrempelig naschools kunst- en sportaanbod aan te bieden op de scholen aan de kinderen o.a. via de ouders 
  • Inzet van/ samenwerking met de jongerenwerker uit de buurt van de school 

7. Binnenstebuiten Doorwerth, Cultuurcoach Renkum i.s.m. basisschool de Atlas en De Dorendal 

Er was bij de start van de pilot geen naschools aanbod cultuureducatie in Doorwerth. Doel van de pilot was om alle kinderen in het dorp de mogelijkheid te bieden om zich ook na schooltijd verder te ontwikkelen en hun talenten te ontdekken. 

Dit is gedaan door: 

  • Naschoolse activiteiten te organiseren na een binnenschoolse start in de klas.  
  • Een start gemaakt met de opbouw van een naschools programma kunst en cultuur voor alle kinderen uit Doorwerth, met als ontwikkeldoel een basis aan te leggen dat zich kan door ontwikkelen tot een kunstklas waar alle kinderen in Doorwerth na schooltijd kunnen aansluiten. 
  • Renkum voor Elkaar (sociaal werk) is hierbij betrokken om op termijn de ‘spin in het web’ te worden 

 

#cmk#cultuureducatie

Wil je nieuws en updates in je inbox?

Inschrijven voor nieuwsbrief